Zonnige sfeer en zomers weer in Fontainebleau

Grappige boulders in Arlon
Eerste manche Nederlands lead-circuit

8-13 april 2011

Vrijdagavond begon onze vijfdaagse reis naar het boulderparadijs in het zuiderse Fontainebleau, honderd kilometer voorbij Parijs. Na school vertrok ik samen met Nicolas Stevens naar huis omdat ik met Laure-Anne onderweg in de auto een pofzakje wou haken. Het idee van die pofzakjes komt trouwens van de papa van Nicolas en Laure-Anne. Reken maar dat die gehaakte pofzakjes een rage zullen worden. Het eerste ziet er alvast prachtig uit. Ons Land Rover-huis is nog steeds in restauratie, dus zijn mama, papa, Alan en Iris met de Ferrari (lees Fiatje) vertrokken. De valmat moest tegen de achterdeur aan worden gebonden en de rest van de bagage ging in de grote skikoffer op het dak.

’s Avonds laat kwam iedereen aan op de camping op het île de Boulancourt. We kampeerden op een groot leeg grasveld vlakbij de rivier die heel de camping als een eiland omarmt. Omdat het al donker was toen we de tenten opstelden, hadden we niet door dat we helemaal tot het andere eind van het eiland waren gereden en dus ver moesten lopen tot aan het sanitair. De families Lemière en Apostel waren voltallig aanwezig. Joke Pierssens en haar mama waren er ook. We vormden één grote, gezellige familie. De tafels stonden in een lange rij naast elkaar opgesteld, omringd door de vele tenten en tentjes.

Franse gastronomie

Tom Apostel had zijn barbecue meegebracht en dat zorgde meteen voor een zomerse stemming. We hebben bijna elke avond gebarbecued en het avondeten was steevast een culinair plezier. Walter Stevens haalde wonderlijke rode wijn van Spanje uit de Aldi boven. Nadja Lemière maakte een heerlijke spaghettisaus. Tom en Greet zorgden voor papillotten van zalm op de barbecue, afgerond met in cocosmelk gedoopte en gegrilde ananasschijven. Mama bakte rijst met maïs en erwtjes in groene curry. Wim Lemière was dol op de marshmallows die we boven de gloeiende kolen caramelliseerden. Het was elke avond smullen. Ook het ontbijt was stevig: stoofvleessaus van Nadja met brood of spekjes en omelet om aan een intensieve boulderdag te beginnen. “Voor Laure-Anne en mij krokant gebakken spekjes, mama!” De Franse baguetten, croissants en pains au chocolat mochten niet ontbreken. De kwieke madam van het piepkleine artisanale bakkerijtje in het volgende dorpje was onze hoeveelheden niet gewoon. Ze gaf mee wat ze kon en vroeg of we op voorhand konden bestellen.

De nieuwe plofzak

Ik had vrijdagvoormiddag tijdens de turnles mijn teen gestoten en die was helemaal paars geworden. Ik kon niet in mijn klimschoentjes. De eerste dagen heb ik wat geboulderd met één blote voet. “Wat handig, die grote ‘plof’-zak,” merkte Sam op: “Je kunt er je hele voet insteken tegen zwetende tenen Celine.” Ik kon het boulderen een halve dag volhouden, maar daarna werd het te lastig. In de namiddag heb ik dan gespeeld met Tine, Iris, Laure-Anne, Nils, Floris en Itte. We kregen pikzwarte handen en voeten in het witte strandzand. De hemel was oranje en de zon blauw zoals in het land van Maas en Waal, alleen de zee ontbrak. We hebben liedjes gezongen, gebadmintond, getekend en reisje rond de wereld gespeeld op de boulders zonder de grond aan te raken.

Wim, Joke, Nicolas, Sam, ik en Nils werkten in de boulders van het oranje niveau. De papa’s haalden ook het beste uit zichzelf. Walter en Tom stortten zich op de geel gemarkeerde parcours met een lagere moeilijkheidsgraad. Mijn papa kon het niet laten en deed ook heel wat boulders mee ondanks de pijn in zijn geblokkeerde schouders. Filip bedwong de straffere routes. Bij de mama’s begon het af en toe te kriebelen. Nadja, Greet en An wilden ook tonen wat ze konden. Zelfs mijn mama wou de laatste dag op een drietal bouldertjes bewijzen dat ze lenig was en een klein beetje spieren had.

De camping

An (de mama van Joke) en Alan (mijn broer) konden maar een weekend blijven omdat ze maandag weer moesten gaan werken. Alan heeft wat geboulderd, maar vooral veel mooie en grappige foto’s van ons gemaakt. Hij heeft een selectie van de leukste foto’s op zijn facebook gezet. Op de camping hebben we een slackline over de rivier gespannen. Joke dacht dat ze gemakkelijk door de rivier kon stappen om de slackline aan de boom op de andere oever vast te maken, maar het water was toch dieper dan ze had verwacht en ze hield er een natte broek aan over. De eerste twee dagen was het zo warm dat we er niet aan konden weerstaan om in de rivier te springen.

De eerste dag zagen we onderweg naar het bouldergebied L’éléphant een ree op de rand van een bosje tussen de velden. Op de camping fladderden en snaterden de eenden ijverig heen en weer. Soms kwam er een koppel witte zwanen statig voorbijdrijven. Een specht probeerde verwoed een gat in een boomstam te timmeren terwijl de ene koekoek onophoudelijk naar de andere riep van “koekoek” hier en “koekoek” daar. Het stopte van de hele dag niet. Daar waren we zeker van, want een koekoek roept immers heel duidelijk “koekoek”. Akkers bloeiend koolzaad stonden fel geel de zon de loef af te steken en het sterke stuifmeel drong diep in onze neus. Mama was in de wolken door de paarsblauwe kopjes van de boshyacinten die zich met duizenden verdrongen tussen de bomen.

Klimaxvlaggetjes

In kolonne reden we naar het boulderbos. “Als we nu eens Klimax-vlaggetjes hadden om op de hoeken vooraan de auto’s te zetten, dat zou nog eens tof zijn,” bedacht Joke. Dat zag iedereen wel zitten. Als eerste kennismaking klauterden we over de blokken die op de helling achter L’éléphant uitgestrooid liggen. “Mag ik op blote voeten mama?” Ze dacht dat ik bedoelde op mijn sleffers, maar toen we goed en wel op pad waren, zag ze dat alle kinderen zonder sleffers op blote voeten aan het klefferen waren. Dat vond ze niet zo’n goed idee, want ze had zelfs liever gehad dat ik op sportschoenen was. “Ik zal voorzichtig zijn voor mijn teen,” beloofde ik, maar het was zo leuk dat ik vergat om het rustig aan te doen.

In de namiddag stond L’Éléphant op het programma. Die beroemde kolos moesten we natuurlijk zo snel mogelijk temmen. Wij namen de oranje route, Filip Lemière bedwong de zwarte onder het bewonderend oog van enkele Franse jongeren die verwoed probeerden tegen de flank van het beest omhoog te klimmen. Tom ging erbij liggen en keek ernaar. Even later genoot hij van een middagdutje aan de voet van de statige reus. Tom was vertrokken en de mama’s installeerden zich wat verder tussen de bomen. “Nee, Celine, als mijn papa ligt te ronken, moet je niet proberen hem te doen stoppen,” adviseerde Tine mij op gevaar voor een impulsieve reactie van een diep ingeslapen spierbundel die denkt dat er een vervelende vlieg rond zijn hoofd zoemt en er wild naar smasht met zijn arm.

Professioneel boulderprogramma

Walter stippelde als een prof het boulderprogramma uit. Hij zocht in de gids naar gebiedjes die voor iedereen leuk waren. De volgende dagen parkeerden we steeds op Trois Pignons om naar een interessante boulderzone te stappen. De rotsblokken rijzen in chaotische groepjes op uit het witte zand waar donkere dennen en witte berken met frisgroene blaadjes de wacht houden. Het lijkt een sprookjesachtig minigebergte met duidenden bergketentjes en lieflijke valleitjes die bedekt zijn met een dikke laag zacht mos, waar een zware mensenvoet bij elke pas diep in wegzinkt. Als we goed luisterden, konden we de bosnimfen en woudkabouters die zich achter de dikke dennenstammen verscholen, met zachte en hoge stemmetjes horen gniffelen om die onhandige mensenreuzen. De tweede dag maakten we Noisy-sur-École en Cul de Chien onveilig. Het was zondag, zomerweer en behoorlijk druk, maar er was genoeg plaats voor iedereen.

Favoriete gebieden

Maandag was het in Rocher de Potala een pak rustiger. We waren er helemaal alleen en installeerden ons onderaan een hoge rots. We hadden de slackline meegenomen en iedereen waagde een poging om erover te lopen. Filip is een echte acrobaat op de slackline. Hij maakte de gekste danspassen om zijn evenwicht niet te verliezen. Met een grotere FiveTen schoen van een reservepaar van Joke aan mijn linkervoet kon ik nu al even met Joke, Nicolas, Sam, Nils en Wim op de oranje boulders vliegen. Er waren er stevige bij. Er waren gaten in de rotsen om je door te wringen en we beklommen de ene na de andere boulder in kleine groepjes. De kleinsten, Itte, Floris, Laure-Anne en Iris klommen met Nadja. Mama sleepte de valmat achter Wim, Joke, Nicolas, Sam, Nils en mij aan. De papa’s volgden het gele circuit. Na de picknick op de open plek tussen de boulders in het bos, begonnen we er weer aan, maar een uurtje later moesten Wim, Nils en ik met zere voeten opgeven. Joke, Nicolas en Sam bleven lustig doorklimmen tot ze bovenaan de helling waren. Joke was helemaal opgewarmd en in topconditie. “Die blauwe route wil ik wel eens proberen,” zei ze op het einde. Tom, Walter, mama en papa, Nicolas en Sam moedigden haar aan. Joke begon eraan, beet zich erin vast en liet niet meer los. Ze ging er soepel en vlot vanaf de eerste keer door. Nicolas had enkele pogingen en het advies van Joke nodig, maar uiteindelijk geraakte hij toch boven. Sam zocht op zijn Apostels naar een alternatieve manier, maar voor deze boulder was hij nog een maatje te klein. Die avond vertrok de familie Lemière weer naar huis.

De voorlaatste dag trokken we naar Diplodocus, de favoriet van onze bioloog Walter. Hier volgden de boulders elkaar mooi op en was het parcours bijna een echte reis rond de wereld. Joke, Nicolas en Sam konden er niet genoeg van krijgen en deden de ene boulder na de andere van het oranje niveau tot ze het hele parcours van een zone hadden afgewerkt. In de namiddag deden ze alles nog eens over op hun blote voeten. Voor mij was een halve dag boulderen met een langzaam herstellende teen en twee verschillende schoenen voldoende.

Woensdagochtend moesten we eerst inpakken, maar we wilden toch nog enkele uurtjes boulderen alvorens huiswaarts te keren. Na een zoektocht in het bos vonden we Noisy-sur-École, 91.1, achter Cul de Chien. Hier was het parcours niet zo mooi. De blokken lagen meer verspreid en je moest telkens zoeken naar het volgende bouldernummertje. Rond drie uur was het tijd om ermee te stoppen. Het was ondertussen wat frisser geworden en onderweg naar huis vielen er enkele regenbuien. Zoals Tom het poëtisch uitdrukte: “De sfeer en het weer zaten mee daar in Fontainebleau, hopelijk komt er een volgende keer.”

De foto’s van FIlip Limiere vindt je bij ‘Neveneffecten’.
Foto’s Fontainebleau
De foto’s van Tom Apostel vindt je hier
Foto’s Fontainebleau

Fotogalerij